donderdag 3 oktober 2013

De voordelen van DLE's


Gisteren werd mij op de jubileumbijeenkomst van Boom test uitgevers gevraagd nog eens kort en helder de voordelen van DLE’s op papier te zetten, bij deze. 

Onderwijsgevenden ervaren in de praktijk*, t.o.v. het Cito LVS, o.m. de volgende voordelen:


Transparanter
DLE 25 is bij alle vaardigheden het niveau van medio groep 5 (bij Cito is een vaardigheidsscore van 50 op Begrijpend Lezen -ongeveer vergelijkbaar met DLE 53- niet hetzelfde als een vaardigheidsscore van 50 bij Rekenen/Wiskunde -ongeveer vergelijkbaar met DLE 16-),

Pedagogischer
Positiever/stimulerender naar leerlingen om ontwikkeling/vooruitgang zichtbaar te maken, je ‘ziet’ de vooruitgang (bij Cito blijkt 'eens een E-leerling [behorend tot de zwakste 10%], heel vaak altijd een E-leerling'),

Duidelijker
Voorkomt problemen bij de rapportage van toetsresultaten (bij Cito LOVS -op basis van toetsen op maat- dachten ouders dat hun kind het met een B- of C-niveau goed deed, maar realiseerden zich niet dat deze resultaten verkregen waren middels toetsen die genormeerd waren voor een jaargroep jonger. Hadden ze een toets gehad die hoorde bij de groep waarin ze onderwijs volgden, dan zouden ze een D- of E-niveau behaald hebben),

Flexibeler
DLE-toetsen kunnen in nagenoeg elke onderwijsmaand worden afgenomen (bij Cito is de afname gebonden aan een bepaalde maand).

*) de toetsen van het Boom LVS zijn ontworpen voor het gebruik van DLE's
    (hoewel ook alle andere normschalen beschikbaar zijn).


donderdag 16 mei 2013

In groep 1 en 2 niet toetsen, maar observeren!


De bezwaren tegen het toetsen van kleuters (met 'schoolse LVS-toetsen') stapelen zich op. 
Bij mijn ‘oude’ IPMON was ik daar al tegen, bij het DLE-LVS ook, en nu nog steeds …


Waarom niet toetsen?
In de groepen 1 en 2 is het werken met genormeerde toetsmaterialen riskant, omdat het groepsgewijs normeren daarvan bij deze jonge kinderen veel problemen geeft.
Het is al moeilijk bij kinderen van deze leeftijd dezelfde afnamecondities te waarborgen, maar bovendien, wie laat je bijvoorbeeld bij een afname van het materiaal aan het eind van groep 1 meedoen? Ook de kleuters die pas een maand of drie/vier op school zijn? En zo niet, waar leg je dán de grens?
M.a.w. zolang er bij het normeren wordt voorbijgegaan aan de kalenderleeftijd van de leerling, krijg je een vertekend beeld. Er ontstaat dan namelijk een norm, die op het toetsmoment geldt voor alle deelnemende leerlingen, terwijl de een veel langer ‘onderwijs heeft genoten’ dan de ander (zie de vragen hierboven). Het ligt voor de hand dat, als de toets klaar is, bij de afname de jongere leerlingen lager zullen scoren dan de oudere … Dat kan tot kwalijke conclusies leiden: ‘Uw dochter heeft het niet zo goed gedaan, ze scoort ver onder het gemiddelde.’ Andersom kan ook voorkomen: ‘lovende kritieken’, omdat de leerling toevallig veel ouder is en meer ‘onderwijs heeft genoten’ dan de gemiddelde leerling. Dat zet niet alleen de school, maar zeker ook de ouders op het verkeerde been!

Na groep 2 ontstaan er meer mogelijkheden voor klassikale/groepsgewijze afname, omdat de leerlingen daar, hoewel ook sterk verschillend in leeftijd, wèl dezelfde onderwijstijd (vanaf begin groep 3) achter de rug hebben en redelijk groepgewijs te toetsen zijn.

Waarom wel observeren?
Voor de groepen 1 en 2 adviseer ik daarom observatie-instrumenten met criteriumvaardigheden: op de aangegeven leeftijd verwacht je dat de leerling de daarbij behorende ‘opdracht’ tot een goed einde weet te brengen*. Die te observeren vaardigheden betreffen dan naast die van de motoriek en de werkhouding in elk geval de cruciale voorwaarden op weg naar het met kans op succes leren lezen en rekenen. Ik maakte daarvoor zelf  LVS 1-2, met achter de hand het uitgebreider en gedetailleerder OPFO voor de nadere diagnostiek.


Registratiegedeelte op de voorzijde van het opdrachten- en observatieboekje van het 
Leerlingvolgsysteem voor de groepen 1 en 2.

Opdracht 8 uit het opdrachten- en observatieboekje van LVS 1-2.

(klik op de afbeeldingen voor een vergroting)

Er zijn echter vele andere voorbeelden (soms door de school zelf samengesteld). Dit soort instrumenten, waarbij de nauwkeurig omschreven vaardigheden -meestal individueel- worden geobserveerd, kunnen vrij door de school worden gekozen, omdat zij niet -zoals bij de genormeerde materialen- hoeven te voldoen aan de in de nieuwe wet omschreven voorwaarden van validiteit, betrouwbaarheid en methode-onafhankelijkheid. Het zijn immers (observatie)instrumenten in handen van vakkundige leerkrachten, die met kennis van zaken en rekening houdend met de geaardheid van de individuele leerling in interactie mèt die leerling proberen te achterhalen in hoeverre de vaardigheid wordt beheerst op de daarbij aangegeven leeftijd.
Overigens is de school onder de nieuwe wet sowieso vrij in het kiezen van haar middelen, zeker voor de groepen 1 en 2 (zie: Veranderingen rond het leerlingvolgsysteem)

*) Als het gaat om middelen waarmee men de aanleg/potentie van de leerling wil onderzoeken, liggen de zaken iets anders: bij die middelen wordt altijd rekening gehouden met de kalenderleeftijd en worden de testen doorgaans individueel afgenomen. Overigens is ook in dat geval een afname voor het eerst pas aan het eind van groep 2 aan te bevelen.

woensdag 13 maart 2013

Eigen leerlijn? Wèl toetsen!



Op bijna alle scholen zijn er wel één of meer leerlingen die vanwege hun specifieke onderwijsbehoeften door de school geheel of gedeeltelijk zijn losgekoppeld van het reguliere curriculum van de groep, en een eigen leerlijn hebben.

Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de meeste voortgang boeken als zij zo lang mogelijk bij het programma van hun basisgroep worden gehouden, zo nodig aangevuld met geïntensiveerde oefening en instructie (convergente differentiatie). Toch zijn er -zoals gezegd- op bijna alle scholen wel één of meer leerlingen die vanwege hun specifieke onderwijsbehoeften door de school geheel of gedeeltelijk zijn losgekoppeld van het reguliere curriculum van de groep, en een eigen leerlijn hebben. Soms is dit een eigen leerlijn voor taal én rekenen, soms is dit een eigen leerlijn voor slechts één vak. Vaak doen deze leerlingen ook niet mee met de reguliere eindtoets, de niveautoets en de reguliere tussentijdse toetsen die op bepaalde momenten in het schooljaar gelden voor hun groep; soms -al dan niet gedeeltelijk- wel.
De inspectie vindt het belangrijk dat scholen kunnen aantonen (verantwoorden) dat deze leerlingen als gevolg van beperktere capaciteiten een eigen leerlijn hebben en niet als gevolg van lage ambities van de school of tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs op de school. Ook vindt de inspectie het belangrijk dat scholen kunnen laten zien (verantwoorden) dat deze leerlingen voldoende voortgang boeken en blijven boeken. Daarom verwacht zij dat voor leerlingen die door de school voor één of meer vakken op een eigen leerlijn zijn gezet, een ontwikkelingsperspectief is opgesteld, zodanig dat de ontwikkeling van deze leerlingen kan worden beoordeeld (indicator 1.4). Zelfs als de school deze leerlingen laat meedoen aan de reguliere eindtoets en/of de reguliere tussentijdse toetsen, omdat zij bijvoorbeeld een individuele leerlijn hebben voor slechts één vak, en zelfs als bij indicator 1.1 niet voor deze leerlingen is herberekend, dan nog verwacht de inspectie dat scholen kunnen laten zien dat deze leerlingen individueel voldoende voortgang boeken.

Het kunnen laten zien (verantwoorden) dat deze leerlingen voldoende voortgang boeken en blijven boeken lukt met de bekende leerlingvolgsysteemtoetsen praktisch niet.

Eigenlijk is voor de hier bedoelde leerlingen een ‘eigen’ leerlingvolgsysteem nodig, dat bestaat uit cumulatieftoetsen met lange doorlopende (DLE-)schalen, zodat je in één toetsbeurt meteen het niveau en de vooruitgang in beeld hebt. Bovendien moeten de toetsen doelgericht, sober, beknopt, transparent en niet te complex zijn, zodat de leerling vlot en precies weet wat er van hem gevraagd wordt.

Is dat er?   Ja, dat is er!   Kijk maar eens hier: Leerlingvolgsysteem voor de eigen leerlijn