Inzicht in de basisvaardigheden van Rekenen-Wiskunde

Rekenvaardigheid van leerlingen in beeld brengen

Rekenen-wiskunde is onmisbaar in het dagelijks leven, van het berekenen van korting en het bepalen van de kosten van toegangskaartjes voor een pretpark tot het inschatten van de oppervlakte van een huis. Een goede rekenvaardigheid is daarom essentieel voor leerlingen om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij. Bovendien vormen deze vaardigheden een belangrijke basis voor verdere ontwikkeling, zowel binnen rekenen-wiskunde als in andere vakken en in het vervolgonderwijs.

Wat zijn de basisvaardigheden?

Basisvaardigheden omvatten de fundamentele kennis, vaardigheden en inzichten in de belangrijkste domeinen van rekenen en wiskunde, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen deze vaardigheden kunnen toepassen in alledaagse situaties. Deze vaardigheden zijn de bouwstenen voor gecijferdheid en een cruciale voorwaarde voor succes in zowel school als maatschappij.

 

Hoe breng je de basisvaardigheden efficiënt in beeld?

Om een volledig beeld van de rekenvaardigheid van je leerlingen te krijgen, biedt Boom twee toetsen aan. De Boom LVS Rekenen-Wiskunde toets richt zich op het formele rekenen, zoals optellen en vermenigvuldigen. Deze toets stelt je in staat om de rekenprocedures van leerlingen vast te stellen en te volgen.

De Boom LVS Rekenen-Wiskunde Contextrijk toets daarentegen, evalueert hoe goed leerlingen deze vaardigheden in praktische situaties kunnen toepassen. Het verschil tussen formeel rekenen en rekenen in context is essentieel om een volledig inzicht te krijgen in de mate van gecijferdheid van de leerlingen.

 

Voorbeeldopgave Rekenen-Wiskunde contextrijk

 

Compleet beeld van gecijferdheid

Samen bieden de toetsen een volledig beeld van de gecijferdheid van leerlingen, omdat ze verschillende aspecten meten. Zo kun je zien of leerlingen op beide gebieden voldoende presteren of dat er extra aandacht nodig is. Met de toetsen Rekenen-Wiskunde en Rekenen-Wiskunde Contextrijk krijg je een compleet overzicht van hun basisvaardigheden in rekenen en wiskunde. Ontdek vandaag nog hoe deze toetsen jouw onderwijs kunnen versterken.

 

5 voordelen van de TempoTest Automatiseren

De TempoTest Automatiseren (TTA) is een veelzijdige test om de automatiseringsgraad van optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen vast te stellen en te analyseren. Je kent de test misschien als opvolger van de Tempo Test Rekenen (T.T.R.). Maar wat zijn nu de belangrijkste voordelen van de TTA ?

Teije de Vos, auteur van onder andere deze test, zette vijf voordelen voor ons op een rij.

 

1. De TTA is in te zetten voor verschillende doeleinden

Het grote voordeel van de TempoTest Automatiseren is, dat hij voor meerdere doelen kan worden gebruikt:

• Veel scholen gebruiken de TTA in het kader van niveaubepaling: waar staan de leerlingen op het gebied van hoofdrekenen en automatiseren? Met de TTA is het mogelijk om naar alle deelbewerkingen (plus, min, keer en deel) te kijken, maar ook ze afzonderlijk te analyseren.
  
• Een tweede toepassing van de TTA is signalering. Waar zitten de hiaten, is er sprake van een achterstand?

 

2. De TTA geeft concrete aangrijpingspunten voor begeleiding

De DLE's (Didactische leeftijdsequivalent) die uit een afname van de TTA volgen, geven al veel informatie over het niveau van hoofdrekenen van een leerling. Een gedetailleerde analyse van de gemaakte fouten maakt vervolgens de aangrijpingspunten voor remedial teaching zichtbaar.

 

3. De TTA is zowel klassikaal als individueel af te nemen

De TTA kan een aanvulling zijn op het leerlingvolgsysteem door de test één of twee keer per jaar bij de hele klas af te nemen, als start- of tussenmeting. De afname van de test neemt slechts een kwartiertje in beslag. In het kader van remedial teaching of bij nieuwe leerlingen ligt een individuele afname meer voor de hand. Ook daarvoor is de TTA geschikt.

 

4. De TTA is breed inzetbaar

Met de TTA kun je leerlingen al vanaf groep 3 testen op hun hoofdrekenvaardigheden. Zo kun je eventuele problemen vroeg opsporen en leerlingen de juiste begeleiding geven. De test is genormeerd van groep 3 tot en met 8 en is bovendien ook in te zetten in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs.

 

5. Zowel Nederlandse als Vlaamse normen zijn beschikbaar

De aparte normen voor Vlaamse leerlingen maken het ook voor Vlaamse scholen en praktijken mogelijk de automatisering van leerlingen nauwkeurig te evalueren.