Met behulp van 'Leerpotentie 6', 'Leerpotentie 7/8' en 'Leermotivatie 6/7/8' kun je in het Boom LVS op elk moment in de bovenbouw een onderstaand overzicht downloaden/printen. Je ziet dan wat je van de leerling kan verwachten en in hoeverre die verwachting uitkomt. Je wilt er immers uithalen wat erin zit? De landelijke norm is daarbij geen richtlijn, omdat die voor de ene leerling te hoog gegrepen is en voor de andere te laag.
In dit blog beantwoord ik vragen over (mijn) testen/toetsen en het DLE. Tevens plaats ik informerende artikelen die daarop betrekking hebben. Soms geef ik daarbij mijn mening. Omdat onlangs een flinke opruiming is gehouden onder oude en niet meer relevante artikelen, kan het zijn dat bepaalde linken (nog) niet werken. Komt u ze tegen, dan hoor ik dat graag van u. Vragen en opmerkingen kunt u mailen naar het mailadres in mijn profiel (in de kolom links onderaan).
dinsdag 30 januari 2024
zondag 21 januari 2024
Zo geef je een passend én kansrijk schooladvies
Dit schooljaar verandert er het een en ander voor jou als leerkracht en je school
rondom de groepen 8. Zo wordt de eindtoets de doorstroomtoets en wordt deze eerder in het schooljaar afgenomen. Door het verplaatsen van de toetsafname van april naar februari moet je de achtste groepers ook eerder hun schooladvies geven. Dit heeft gevolgen voor het tijdpad en je planning. Hoe zit dat precies? Waar moet je rekening mee houden? En hoe zorg je ervoor dat je een kansrijk en passend advies geeft?
Veranderingen: tijdpad en schooladvies heroverwegen
Dit schooljaar geef je de achtste groepers tussen 10 en 31 januari jouw schooladvies. Dan moet je dus alle gegevens paraat hebben om een passend en kansrijk advies te geven. In februari volgt dan de doorstroomtoets. De uitslag hiervan moet eigenlijk een bevestiging zijn van het “voorlopige” schooladvies. Maar: komt de uitslag van de doorstroomtoets hoger uit dan het schooladvies? Dan moet je het schooladvies heroverwegen.
Het best passende schooladvies: de cijfers nu
In de Staat van het Onderwijs viel te lezen dat in schooljaar 21-22 bij 11,3% van de leerlingen het toetsadvies een heel niveau of meer boven het schooladvies lag. Van deze groep is bij 47% het definitieve schooladvies naar boven bijgesteld (Inspectie van het Onderwijs, 2023). Dat zijn hoge percentages die voor heroverwegingen en enorm veel extra werk zorgen. Dat wil je natuurlijk zo veel mogelijk voorkomen.
Elk schooladvies is maatwerk
Elk schooladvies blijft natuurlijk maatwerk waarbij je je advies op verschillende gegevens baseert, zoals:
- Je eigen observaties;
- Het portfolio van de leerling;
- Sociaal-emotionele vaardigheden;
- De resultaten van de methodegebonden en leerlingvolgsysteemtoetsen;
- Werkhouding en motivatie.
Wat kan jou verder helpen om het best passende en meest kansrijke advies te geven? Breng ook de aanleg en mogelijkheden van iedere leerling in kaart, los van wat deze elke dag in de klas laat zien. En doe dat met een capaciteiten- of intelligentieonderzoek. Een capaciteiten- of intelligentieonderzoek geeft je namelijk dé extra invalshoek om jouw schooladvies betrouwbaar te onderbouwen en de kans op onderadvisering te verkleinen.
Zo adviseer je kansrijk en vanuit hoge verwachtingen
Ons advies? Neem aan het begin van het schooljaar de Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (NIO) af. Een betrouwbaar en onafhankelijk instrument, ontwikkeld om de potentie van je leerlingen in kaart te brengen. De NIO geeft op basis van de geteste intelligentie van de leerlingen een advies over het best passende niveau van voortgezet onderwijs, van praktijkonderwijs tot en met vwo. Groepsgewijs en individueel af te nemen in ca. 2,5 uur. Zo kom je nog beter beslagen ten ijs en heb je het plaatje compleet voor een kansrijk schooladvies.
Ook geschikt voor het preadvies
Wist je dat je de NIO ook kunt afnemen vanaf eind groep 7? Tussen april en juli is deze te gebruiken als extra gegevensbron voor het preadvies. Zo weet je of je ‘uit’ je leerlingen haalt wat ‘erin’ zit, en heb je nog voldoende tijd om capaciteiten en vaardigheden met elkaar in evenwicht te brengen en je leerlingen verder te laten groeien en bloeien.
zaterdag 20 januari 2024
5 voordelen van de TempoTest Automatiseren (TTA)
Je kent de test misschien als opvolger van de Tempo Test Rekenen (T.T.R.).
Maar wat zijn nu de belangrijkste voordelen van de TTA,
buiten de hernormering natuurlijk?
Teije de Vos, auteur van onder andere deze test, zette vijf voordelen voor ons op een rij.
1. De TTA is in te zetten voor verschillende doeleinden
Het grote voordeel van de TempoTest Automatiseren is, dat hij voor meerdere doelen kan worden gebruikt:
- Veel scholen gebruiken de TTA in het kader van niveaubepaling: waar staan de leerlingen op het gebied van hoofdrekenen en automatiseren? Met de TTA is het mogelijk om naar alle deelbewerkingen (plus, min, keer en deel) te kijken, maar ook ze afzonderlijk te analyseren.
- Een tweede toepassing van de TTA is signalering. Waar zitten de hiaten, is er sprake van een achterstand?
2. De TTA geeft concrete aangrijpingspunten voor begeleiding
De DLE's (Didactische leeftijdsequivalent) die uit een afname van de TTA volgen, geven al veel informatie over het niveau van hoofdrekenen van een leerling. Daarbovenop kijk je met het digitale Analyseprogramma van de TTA op een dieperliggend niveau naar de automatiseringsprobelemen. Een gedetailleerde analyse van de gemaakte fouten maakt de aangrijpingspunten voor remedial teaching zichtbaar.
3. De TTA is zowel klassikaal als individueel af te nemen
De TTA kan een aanvulling zijn op het leerlingvolgsysteem door de test één of twee keer per jaar bij de hele klas af te nemen. De afname van de test neemt slechts een kwartiertje in beslag. In het kader van remedial teaching of bij nieuwe leerlingen ligt een individuele afname meer voor de hand. Ook daarvoor is de TTA geschikt.
4. De TTA is breed inzetbaar
Met de TTA kun je leerlingen al vanaf groep 3 testen op hun hoofdrekenvaardigheden. Zo kun je eventuele problemen vroeg opsporen en leerlingen de juiste begeleiding geven. De test is genormeerd van groep 3 tot en met 8 en is bovendien ook in te zetten in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs.
5. Zowel Nederlandse als Vlaamse normen zijn beschikbaar
De aparte normen voor Vlaamse leerlingen maken het ook voor Vlaamse scholen en praktijken mogelijk de automatisering van leerlingen nauwkeurig te evalueren.