Op verzoek geven we hier nogmaals weer de werkwijze waarmee op basis van de behaalde DLE een ontwikkelingsperspectief richting VO kan worden geformuleerd.
Leerlingen verschillen. De een is slimmer dan de ander. De een leert sneller dan de ander. Daarom komen ze aan het eind van de rit (in groep 8) verschillend uit: van Praktijkonderwijs tot VWO.
Het heeft geen zin aan leerlingen te blijven dokteren, wanneer is komen vast te staan ‘dat er niet meer in zit’. De energie kan dan beter worden besteed aan aspecten waarmee de leerling wèl geholpen is (bijvoorbeeld sociale redzaamheid). Anderzijds kunnen leerlingen die over meer potentie beschikken, wellicht aanvullende aandacht krijgen.
Op basis van de geregistreerde resultaten rekent DLE-LVS het ontwikkelingsperspectief van de leerling uit: waar komt de leerling aan het einde van de rit uit, als het zo doorgaat? De gegevens daarvoor zijn ontleend aan het IPMON-Leerlingvolgsysteem (en het SAVU-Leerlingvolgsysteem).
Hoe werkt het?
Perspectief VO op
basis van behaalde DLE
Populatie-indeling op
basis van de behaalde DLE aan het eind van groep 8 (DL 60),
gerelateerd aan de door het ministerie van OCW
gerelateerd aan de door het ministerie van OCW
beoogde verdeling van
leerlingen in het VO
Er is sinds deze publicatie nogal wat veranderd,
zie de grafische weergave aan het eind van dit artikel.
t/m 30
|
31 t/m 40
|
41 t/m 50
|
51 t/m 60
|
61 t/m 70
|
71 +
|
(5%)
|
(15%)
|
(20%)
|
(20%)
|
(25%)
|
(15%)
|
PrO
|
LWOO
|
B K
|
G T
|
HAVO
|
VWO
|
*) Er zijn instrumenten die kunnen helpen bij dit onderzoek en die de leerkracht vaak zelf kan afnemen.
Kijk maar even hier: Verwachtingstoetsen
______________________________________________________________________________
De hierboven bedoelde grafische weergave: